copijn bruine beuk header
 copijn historie

 

 

Hollands dagboek door J'ørn Copijn in 1977, waarschijnlijk NRC

Donderdag 5 januari
Wanneer je dagelijks naast de ontwikkeling van het vakgebied “de Boomchirurgie” de gebeurtenissen op kantoor beschouwt, zie je in de medewerkers telkens weer een veel groter stuk vertrouwen in de toekomst als je zelf hebt. Vele gedachten ebben nog na uit het afgelopen jaar, waaronder een van de kwelgeesten, die het faillissement van de fa. Evenhuis in Groningen, waar je je dagelijks mee bezig houdt. Wij hadden net voor rond 1 ton, 100.000,- gulden, voor deze firma als onderaannemer in de stad Groningen prachtige ca. 8 meter hoge en 25 jarige oude linden geplant, toen dit bericht door kwam. De moed zakt je werkelijk in de schoenen. Het hele Zuiderdiep in de stad Groningen zag er prachtig uit, je had het wel voor de gemeenschap gedaan, maar het onrecht van dit probleem komt dan dubbel hard op je over, wanneer je ziet dat eerst de fiscus zijn deel haalt, daarna de banken en tenslotte de vele harde werkers voor die in de meeste gevallen niets over blijft. Je vraagt je af hoe moet je het aan je medewerkers vertellen, die er een jaar hard voor gewerkt hebben. Misschien zal het in de toekomst mogelijk zijn dat vanuit de vermogensaanwasdeling voor gedupeerde bedrijven een fonds gevormd wordt. In ieder geval moet aan dit onrecht, waar je, je haast niet tegen kan verzekeren iets gedaan worden. Het tast namelijk eveneens de werkgelegenheid aan, misschien zouden vakbonden hier iets aan kunnen doen. Maar je duikt al weer in de stapel werk die op je bureau ligt te wachten om adviezen voor de verschillende gemeenten en instanties uit te werken. Daar ligt een aanvullend rapport aan het stads- en academisch ziekenhuis te Leiden, waar zeer veel zorg aan het bomenbestand op het terrein besteed wordt. Ook moet met spoed een rapport over diverse bomen in de gemeente Leiden gemaakt worden en voor de provinciale waterstaat van Zuid Holland, die een van de prachtigste iepenbestanden langs de Kanaalweg beheert. Na een bezoek aan het tuinarchitectenbureau P.A.M. Buys in ’s Hertogenbosch en de Grontmij waarbij de verzorging van het bewortelingsprofiel van een beukenlaan op de St. Josephstichting te Apeldoorn besproken werd. ’s Avonds een grote verrassing. Als erkentelijkheid voor een lezing welke ik voor de Vechtplassencommissie mocht houden, lagen twee werkelijke prachtige boeken over de Wilde orchideeën van Europa, geschreven en voortreffelijk geïllustreerd door bekende natuurkenners J. Landweer en uitgegeven door de vereniging tot behoud van Natuurmonumenten in Nederland. Een boek waar iedere plantenkenner zijn leven lang van kan genieten. Naast prachtige aquarellen van de planten zijn ook vegetatie tekeningen van standplaatsen in het boek opgenomen. Een genot voor nog vele komende avonden.

Vrijdag 6 januari,
Somber is zo een lange donkere ochtend. Om 8.15 uur zat ik bij de tandarts. Hij zei tegen mij het lijkt wel of ik nachtdienst heb. Tijdens het onderzoek achterover leunend in de stoel dacht ik aan de conference van Henk Elsink over het tandartsbezoek, ja zo erg is het nou ook weer niet, het viel weer allemaal mee en wij maakten een afspraak tot over een half jaar, een half jaar vakantie zonder vakantiebonnen zo verzekerde de heer Vermoten mij. Even langs kantoor, een aantal problemen doorgesproken over zieken en nieuwe sollicitanten en daarna snel verder gereden naar Wageningen. Om 10 uur begon aldaar een vergadering aan de Landbouw Hogeschool voorgezeten door professor M. Vroom om de mogelijkheid na te gaan in hoeverre een groep van boomdeskundigen een inzicht in het gebruik en de verzorging van bomen in het stedelijk gebied en het landschap kon geven aan studenten van de vakrichting Tuin- en Landschapsarchitectuur. Een programma werd opgesteld en de taken werden verdeeld. Bij een dergelijke opdracht realiseer je je weer al te goed dat er een behoorlijke voorbereiding aan een dergelijke vraag vast zit en wil je de zelfkritiek overwinnen, er nog hard gewerkt zal moeten worden. Om 1 uur begon het volgende gesprek met de heer De Vries, directeur van het Julianaziekenhuis te Ede. Tijdens een boeiend betoog over erosiebestrijding en begroeiing in de Sahel en Aziatische landen werd het oude bomenbestand rondom het ziekenhuis bekeken. In de stormnacht van 23 op 24 december was namelijk een prachtige ceder deels uiteen gebroken, twee grote takken waren tot diep in de stam er uitgescheurd, takken met een zogenaamde tolvormige vergroeiing. Vooral enkele selecties van de Atlasceder hebben er veel last van. Gelukkig was de boom nog te helpen en kon de ringspanning van de stam door middel van hechtingen hersteld worden. Het gaat net zoals het met pennen in elkaar zetten van een beenbreuk, je denkt dan onmiddellijk aan de vliegtuigen vol pechvogels uit de Alpen, maar daarvoor zijn mijn hechtingen helaas te dik. Op weg naar Zeist had ik met een aantal lifters, studenten uit Wageningen, een gesprek over voeding en het ontstellende gebruik van ongezonde voeding en voedingsgewoonten in het leger, een tijd en mogelijkheid in je leven waarin je juist positief iets aan dit probleem zou kunnen doen. Om vier uur een vergadering op het heilpedagogisch instituut Zonnehuis Stenia belegd om rond de nieuwbouw een verharding met klinkers aan te leggen, zodat een optimaal gebruik van het hemelwater door opvang in de plantvakken het de bomen ten goede komt. Ook werd besproken hoe het beste onder de bestrating een beluchtingssysteem kon worden aangelegd om de wortelgroei te stimuleren. Bij deze aanleg is optimaal met de beworteling van de ca. 100 jarige eiken en paardenkastanjes rekening gehouden. Parkeren onder de bomen is hierbij niet meer mogelijk, hetgeen altijd grondverdichting en wortelsterfte ten gevolg heeft.

Zaterdag 7 januari,
Een heerlijke zonnige frisse ochtend. De fijne klagende zang van de goudvink en de scherpe alarmroep van de kuifmees verraden al duidelijk de omgeving waar je bent, het zijn de grove dennenbossen van Huis ter Heide, eigenlijk leuk dat je dit aan ieder gegeven in de natuur kunt ervaren, de biotoop voor planten, vogels en dieren is zo eigen aan zijn omgeving. In de winter zie je dan vaak al die soorten, meestal wel per familie foeragerend trekken ze door de bossen. Mogelijk  voelen deze kleine zangers zich daardoor veiliger als zij met velen zijn. Deze ochtend zouden wij dat wil zeggen een aantal leden van de Rotary club Utrecht West starten met ons tuinenproject voor het heil pedagogisch Camp Hill instituut Christophorus in Huis ter Heide. Dit instituut houdt zich  vooral op muziek pedagogisch gebied bezig met het opvoeden van geestelijk gehandicapten kinderen. Als Rotaryclub hebben wij al lange tijd een vriendschappelijke band met Christophorus en meenden dat naast alle andere activiteiten de kinderen door een contact met het groeiproces van de planten, het zaaien, verzorgen en oogsten en het zelf doen veel in het jaarritme van de plantengroei kunnen beleven. Bob Schuit had de leiding over dit project en sneller als was verwacht kwam die ochtend het eerste stuk ontginningswerk van het gras mos veldje gereed om de volgende week zaterdag met het opbrengen van de teelaarde verder te gaan. Na dit karwei even mijn vriend Roland bezocht, die net bezig was met heerlijke broden te bakken en daarna snel naar huis waar de kinderen al verwijtend wachten en keken waar ik zo lang bleef. Ja je voelt je dan schuldig want het weekeinde behoort aan hen. De stemming was er al gouw weer in, want er waren nog een aantal bollen te planten die de kinderen, de jongste is 3 jaar, wel op aanwijzing behendig en diep genoeg met de groeipuntjes naar boven in de grond zetten. Binnen in de timmerschuur waren Sonja en haar neefje Jens 7 en 8 jaar een naaidoos en een boot aan het timmeren met een oneindig geduld werden de planken afgezaagd en de spijkers er recht ingeslagen. De binnenkant van de naaidoos werd met een gebloemde doek versierd.

Zondag 8 januari
De zondag is altijd een heerlijke rustige dag om weer een beetje tot jezelf te komen en met aandacht naar de vele gezellige verhaaltjes van je kinderen te luisteren. Heerlijk om even voor het ontbijt de tuin in te gaan en een takje geurende toverhazelaar te plukken. Zelfs bij een paar graden vorst bevriezen de goudgele bloemen niet, ze gaan wel even dicht, maar binnen in de warme kamer krullen de vier smalle bloemblaadjes geheel uit en verspreidt dit kleine bloemetje een ongelooflijke geur. Overigens bloeit er al meer in de tuin, het leverbloempje met zijn lavendel blauwe bloempje begint al langzaam open te gaan, de primula’s en de verschillende soorten kerstrozen worden wanneer het kwik even boven de 10 graden Celsius komt al bevlogen door de bijen en de winterbloeiende sierpruim, die al in de late herfst eigenlijk begint  en ook de winterbloeiende Viburnum met de Mahonia verspreiden een overdadige geur. Je ziet een tuin kan al in de winter veel verwachtingen voor het komende jaar in je oproepen. In de avond had ik een gesprek over het getuigen zijn bij het burgerlijk huwelijk van een vriend van ons.

Maandag 9 januari
Om 8.30 uur gingen Teije Bakker en ik naar het prachtige buiten Queekhoven aan de Vecht war wij nog de afrondende opnamen van bomen in deze unieke botanische tuin moesten maken. Zoals vele buitenplaatsen, eens een barok park, dat ca. 150 jaar geleden in een landschapspark werd veranderd. De verschillende eigenaren plantten er de prachtigste boomsoorten die toen al in grote getallen uit alle werelddelen werden geïmporteerd. Zo staat er een van de allermooiste moerascypressen, afkomstig uit zuid- zuid oost van de U.S., met geweldige luchtwortels wel tot 1 meter hoog langs de kant van de vijver en spiegelt zich zeer mooi. Een zeer mooie zakdoekjes boom uit west China met zijn zilver witte vaantjes en kogelronde vruchten bij die zelfde vijver. Als je al die honderden uitheemse bomen zo bekijkt dan heb je het echt wel eens moeilijk om de juiste naam erbij te verzinnen. Maar het zal wel lukken, tenminste als je zo een rijk bomenleven voor je hebt als de beroemde Dendroloog de heer Simon Dorenbos uit Den Haag. In de middag regende het en was het gedaan met het karteren van het park. Maar op kantoor, het begint ook al een beetje op een plantentuin te lijken, lag nog genoeg werk voor de verdere middag. In de avond werden nog veel telefoontjes afgedaan, ja waaronder natuurlijk over bomen. Ook over het bomenboek met de uitgeverij De Driehoek in Amsterdam. Met de heer Heule werden nog een aantal verbeteringen voor de tweede uitgave besproken. Ook kwam ter sprake hoe het beste de houten tentoonstelling in de etalage van de boekhandel Scholtens aan de Grote Markt in Groningen in te richten is. Met Frankfurt gebeld, daar hoorde ik dat de vergadering gepland op het vliegveld in Frankfurt met de Deutsche Geselschaft Fur Grossbaumverpflanzung niet door ging. Jammer want er moeten nog veel bomen in Duitsland verplant worden.

Dinsdag 10 januari
Vroeg vertrokken naar Drenthe. In Vledder had ik een afspraak met de heer Postma van de gemeente. Op een plezierige wandeling door de gemeente, het is er nog alles op wandelafstand, over de twee brinken werden de problemen rondom de bomen besproken. Het is een genot om te zien hoe de verschillende uitbreidingen in de schaal tussen de boomgroepen door zijn aangelegd. Vele houtsingels bleven gespaard en als er niet waren, maar wel in het plan pasten werden zij aangeplant, zelfs op de nationale boomfeestdag. De planning van het stedenbouwkundig bureau Hajema dat de oude eiken welke wij in het vorige jaar konden behandelen een ruime plaats had toegedacht. Veel te weinig bleef erover voor het bezichtigen van het Drent Bijenteeltmuseum dat de heer Bruin met zoveel liefde in 3 jaar tijd heeft opgezet met een unieke collectie korven en imkergereedschap. Ik had voor hem 2 Luneburger Stulper een potje met nog wat kleiner bijenmateriaal. Ja soms denk ik met een beetje heimwee terug aan mijn opleiding tot gediplomeerd imker in Duitsland en mijn werk hoog in de Alpen aan de Oostenrijkse grens waar ik een bijenstand van 300 volken te verzorgen had. Als je over je hobby begint kom je te laat in Assen had ik een gesprek met de heer Steenbergen en medewerkers van het kantoor van de Grontmij in Drenthe over een aantal projecten waarbij de Grontmij veel aandacht aan de boomverzorging besteedt. In de avond laat terug, je staat versteld dat je dan zo een ca. 500 kilometer hebt gereden. En als je dan denkt dat je 70.000 kilometer ook dit jaar weer zal afleggen en hiervoor zo een 4 maanden in de auto moet zitten, ja dan zou je dolgraag weer imker willen worden en de rust en aandacht bij je bijenvolken genieten. Een telefoontje trekt je uit het gemijmer, nieuwe bomen, nieuwe problemen die opgelost moeten worden, brengen je tot de realiteit.

Woensdag 11 januari,
Vele rapporten konden gelukkig weer verwerkt worden nu de vliegreis niet door ging. Je schrijft bladzijden vol, spreekt bandjes in en hebt vele plezierige telefoontjes. Ja dat is wel vergroeit met je beroep, de vele hartelijke en plezierige mensen die je op je pad mag ontmoeten en het dankbare werk dat je tot nu toe al zo een 11 jaar aan duizenden bomen in Nederland mocht verrichten.


 

 

 

 

 

 

 

schaduw